een indrukwekkende geschiedenis
De geschiedenis van het kasteel van Mirwart is zonder meer indrukwekkend. De wortels van de vesting gaan terug tot de 8e eeuw. Met een bijzondere lijst van hooggeplaatste eigenaars, heeft het domein zijn rol gespeeld doorheen de geschiedenis van de Lage Landen.
Een terugkerend thema in de geschiedenis van het kasteel is de relatie met de machtige abdij van Saint-Hubert, waarmee het door de eeuwen heen steeds weer conflicten heeft.
7e-9e eeuw
Het kasteeldomein gaat terug tot de voorouders van Karel de Grote, koning van de Franken en een van de grootste Europese vorsten in de geschiedenis. In de vroege middeleeuwen staat er geen kasteel op het domein, noch enig ander gebouw dat ook maar in de verste verte op een burcht of vesting lijkt. De edellieden die er wonen, zijn de wereldlijke beschermers van de pas gestichte abdij van Saint-Hubert. Zij worden door de abdij beschouwd als "werknemers". Niet meer, niet minder.
10e eeuw
In 955 bouwt Etienne, graaf van Ivois en Porcien, een burcht op het domein. Dat is tegen de zin van Albert, op dat moment de abt van Saint-Hubert. Hij ziet de vesting als een poging van Etienne om zich het domein van Mirwart toe te eigenen, terwijl dat - in de ogen van de abdij - toehoort aan de monniken. De vesting is in die tijd vrij klein en bestaat uit weinig meer dan een toren.
11e eeuw
In de 11e eeuw valt het grondgebied van Mirwart in handen van de machtige hertogen van Lotharingen, van wie Godfried de Baard misschien wel de bekendste is. Hij is verwikkeld in een hevig conflict met Hendrik III, de Heilige Roomse keizer. Hij gebruikt de vesting van Mirwart in zijn oorlog tegen de keizer, zonder succes. De vesting wordt gedeeltelijk verwoest.
Hendrik van Verdun, prins-bisschop van Luik, laat het fort in 1078 herbouwen, om het in 1084 op verzoek van de abdij opnieuw af te breken. De monniken voelen zich bedreigd door de adellijke eigenaars van het kasteel en, of misschien vooral, door de soldaten die er wonen en die een ravage aanrichten in de omgeving.
Hendriks opvolger, Otbert, laat de vesting heropbouwen. Het is zeer waarschijnlijk dat het kasteel in die periode de vorm aanneemt van een motte-kasteel, een toren op een kleine heuvel vanwaar het landschap kon worden overzien en vijanden afgeweerd. Overblijfselen uit deze periode zijn nog aanwezig in de fundamenten van het huidige kasteel. Ongetwijfeld de bekendste heer van Mirwart uit deze periode is Godfried van Bouillon, koning van Jeruzalem en leider van de Eerste Kruistocht.
De beroemdste Heer van Mirwart in deze periode is ongetwijfeld Godfried van Bouillon, 'koning van Jeruzalem' en leider van de Eerste Kruistocht.
12e-14e eeuw
Vanaf het prille begin is de heerlijkheid van Mirwart het voorwerp van onenigheid - zelfs strijd - tussen de abdij van Saint-Hubert, de prins-bisschop van Luik en de regerende adellijke families. Allemaal eisen ze Mirwart op als hun eigendom. Vooral in de 13de en de 14de eeuw ontstaan er conflicten tussen het graafschap Henegouwen en de prins-bisschop van Luik. Elk heeft zijn bondgenoten en partners en het conflict wordt steeds heviger tot, parallel met de Guldensporenslag en met grotendeels dezelfde spelers, een veldslag wordt uitgevochten over het grondgebied van Mirwart. Die wordt gewonnen door Waldeck, de prins-bisschop van Luik.
Nog honderd jaar lang wisselt het kasteel van eigenaar, van de bisschop van Luik tot de graven van Namen.
In deze periode verandert het kasteel nogal van uiterlijk. Muren en torens worden gebouwd en weer afgebroken, zoals de huidige overblijfselen - nog steeds zichtbaar in de kelder van het kasteel - laten zien.
15e eeuw: Filips de Goede en Karel de Stoute
In 1420 komt het kasteeldomein in handen van de familie Van der Mark-Arenberg, met een kleine omweg langs de hertogen van Bourgondië, op dat moment op het toppunt van hun macht. Nadat Filips de Goede zijn adviseur aan het hoofd van de heerlijkheid heeft geplaatst, draagt zijn zoon Karel de Stoute het weer over aan de familie Van der Mark-Arenberg. Gedurende meer dan 300 jaar zijn zij de machtige eigenaars van het domein van Mirwart.
16e-17e eeuw
De familie Van der Mark-Arenberg is onherroepelijk verbonden met het domein van Mirwart. De Arenbergs zijn een van de beroemdste adellijke families van Europa, met een rijke en machtige geschiedenis die teruggaat tot de vroege middeleeuwen. Vanaf hun eerste - zeer korte - aankoop van het domein in 1339, tot de verkoop ervan in 1706, heeft een Arenberg de heerlijkheid Mirwart gekocht, verloren, teruggekocht of beschermd.
De bekendste van hen is waarschijnlijk Margaretha Van der Mark, die het kasteel door zijn meest bloeiende periode heeft geloodst. Terwijl delen van het kasteel door de familie werden verwoest, werden andere delen gebouwd en werd er steeds meer land aangekocht. Overblijfselen van de Arenbergperiode zijn vandaag de dag nog steeds duidelijk zichtbaar, overal op het domein.
18e eeuw
Gedurende het grootste deel van de 18de eeuw is het kasteeldomein in handen van de adellijke familie De Smackers. De eerste baron de Smackers - een gewezen handelaar - is nog maar pas in de adelstand verheven en wil dat het kasteel hem al het aanzien en prestige bezorgt dat bij zijn nieuwe titel hoort. Hij investeert veel in het gebouw en geeft het de uitstraling en omvang die het vandaag nog heeft.
19e eeuw: Leopold I, Koning der Belgen
In 1820 wordt het kasteel gekocht door Aimé-Gabriël d'Artigues, stichter van de glasfabrieken van Vonêche en Baccarat. Door zijn voorliefde voor grandeur en extravagantie raakt hij echter in de financiële problemen, zodat hij het domein na een aantal jaar weer moet verkopen. Wat er daarna gebeurt, is enigszins wazig. D'Artigues verkoopt het domein in 1836 aan een pas opgerichte vennootschap, de Société Forestière et Agricole. De oprichter en voorzitter is graaf Jacques Coghen, minister van Financiën in het jonge koninkrijk België en betovergrootvader van de huidige Belgische koning Filips. Bronnen over deze periode zijn zeer zeldzaam en onduidelijk. Enkele bronnen zijn echter zeer uitgesproken: de feitelijke eigenaar van het kasteel is niemand minder dan koning Leopold zelf, een vriend van Coghen. Coghen en de Société zijn een slimme manier voor de koning om van het bezit te genieten zonder zich met alle praktische problemen te hoeven bezighouden.
19e-20e eeuw
De Société Agricole en Forestière is maar kort eigenaar van het domein. Na de verkoop in 1846 komt het respectievelijk in handen van de adellijke families Van der Linden - d'Hoogvorst, d'Arrigade en Von der Becke. Elk van hen investeert in het kasteel en verandert het ten goede. Veel verbeteringen worden aangebracht door Alphonse Balat, architect van Koning Leopold II. Als het kasteel na de Tweede Wereldoorlog aan de provincie Luxemburg wordt verkocht, gaat het echter snel bergafwaarts. Alle kostbare decoratie en meubilair wordt in de loop der jaren gestolen, waardoor het gebouw geplunderd en verwaarloosd achterblijft.
Dat brengt ons bij de...
21e eeuw
Met veel liefde, inspanning en enthousiasme wordt het kasteel van Mirwart in ere hersteld, met het grootste respect voor het verleden en het volste geloof in de toekomst.